Overgangsklachten zijn te wijten aan de veranderingen in de hormonale balans. Het oestrogeengehalte neemt af en dat zorgt voor een aantal problemen, zowel lichamelijk als emotioneel.
Wanneer men bijkomt tijdens de overgang wordt oestrogeen in het vetweefsel opgeslagen. Als dit te veel wordt in verhouding met het andere vrouwelijke hormoon progesteron, dan kunnen overgangsproblemen ontstaan. Elke dag een half uurtje wandelen kan al voldoende zijn om op gewicht te blijven en overgangsklachten tot een minimum te herleiden.
Door de afname van oestrogeen veranderen ook andere hormonen in het lichaam die aangemaakt worden uit meervoudig onverzadigde vetzuren. Deze zitten vooral in vette vis, noten en groene groenten. Als de balans tussen de verschillende vetzuren verandert, kunnen opvliegers ontstaan.
Door een onevenwichtige voeding ontstaan tekorten. Deze tekorten kunnen aan de basis liggen van stemmingswisselingen, neerslachtige gevoelens, snel geïrriteerd zijn, een droge huid, spier- en gewrichtsklachten, slapeloosheid, obstipatie, droge ogen, droge mond en droge vagina.
Beweging is bijzonder belangrijk tijdens de overgang. Vrouwen slaan namelijk oestrogeen in het vetweefsel op. Als dat te veel wordt in verhouding tot progesteron kan dat ongemakken geven. Door op het juiste gewicht te blijven en regelmatig aan lichaamsbeweging te doen, worden overgangsverschijnselen beperkt. Probeer daarom iedere dag een half uurtje te wandelen.
In Oosterse landen, zoals Japan, doorlopen vrouwen met meer gemak de overgang dan in het westen. De verklaring wordt gezocht in voedingsgewoonten. Er staan in deze landen dagelijks sojaproducten op het menu, zoals tofu en tempé (gefermenteerde soja). Soja blijkt stoffen te bevatten met een hormoonachtige invloed, vergelijkbaar met het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen. Deze worden fyto-oestrogenen genoemd.
Ook lijnzaad is een belangrijke bron van fyto-oestrogenen. Deze plantaardige oestrogenen kunnen op natuurlijke wijze de teruggelopen aanmaak van oestrogeen aanvullen. Ook rode klaver, ananas, appel, groente (broccoli, bloemkool, wortelen en spruitjes) aardappel en kruiden (zoethout, anijs en hop) hebben een lichte oestrogene invloed.
Door de afname van oestrogeen verandert ook de productie van prostaglandines. Deze prostaglandines worden door het lichaam geproduceerd uit meervoudig onverzadigde vetzuren ( oa in vette vis, groene groenten en noten). Als de balans tussen de verschillende vetzuren verandert, kunnen opvliegers ontstaan. De balans is te ondersteunen door vette vis en gezonde oliën (zoals teunisbloemolie en olijfolie).
Ontvang elke maand onze nieuwsbrief met handige tips voor een gezonde lifestyle
Ik schrijf me in >