Sinds zijn ontstaan, kent de pil een trouwe schare fans: dankzij je anticonceptiepil heb je elke maand op tijd en stond je regels én loop je (bijna) geen risico op ongewenste zwangerschappen. Handig! Maar met de jaren kwamen we ook meer en meer te weten over de pil…
Werking en nadelen van de anticonceptiepil
De pil bevat 2 kunstmatige hormonen: oestrogeen en progestageen. Die zorgen ervoor dat:
- Je geen eisprong meer krijgt;
- Zaadcellen niet meer door het slijm van de baarmoederhals geraken;
- Een bevruchte eicel zich niet kan innestelen in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder.
Naast de voordelen van de pil (betrouwbaar, minder hevige en minder pijnlijke menstruatie, beschermt tegen zwangerschappen, …) zijn er ook nadelen aan verbonden. Naast de nadelen op seksueel vlak (de pil beschermt bijvoorbeeld niet tegen SOA’s) zijn er ook nog andere nadelen. Bij langdurig pilgebruik is er een licht verhoogde kans op hart- en vaatziekten. In combinatie met roken stijgt het risico op aderverkalking.
Daarnaast bevestigt het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) dat er bij inname van de pil een zeer licht risico is op vorming van bloedstolsels (trombose of veneuze trombo-embolie). Afhankelijk van de pil die je inneemt, is dit risico groter of kleiner.
Anticonceptie boven je 40ste
Met het ouder worden stijgt het risico op complicaties door het gebruik van anticonceptie. Het risico op een trombose neemt bijvoorbeeld toe. Ook het risico op borstkanker neemt toe als je de anticonceptiepil blijft gebruiken op latere leeftijd.
Hoe langer je lichaam blootgesteld wordt aan progesteron, hoe hoger het risico. En vrouwen die op hun vijftigste de pil gebruiken, doen dit doorgaans al lange tijd.
De overgang en de pil
Wanneer je lichaam in de overgang komt, wilt dat eigenlijk zeggen dat de eicelproductie langzaamaan stilvalt. Doordat je lichaam minder eicellen produceert, gaat ook je hormoonhuishouding schommelen: deze wordt namelijk sterk beïnvloed door de eicelproductie. Zo gaat je lichaam in deze fase steeds minder oestrogeen aanmaken. Door het gebrek aan oestrogeen, krijg je last van allerlei overgangsklachten zoals opvliegers, stemmingswisselingen, hoofdpijn, vermoeidheid, … .
Wanneer je de pil neemt, blijft de hoeveelheid oestrogeen in je lichaam echter stabiel aangezien je dagelijks een portie oestrogeen inneemt. Daardoor ervaren sommige vrouwen veel minder last van overgangsklachten wanneer ze de pil innemen. Andere vrouwen hebben dan weer net meer klachten door de pil. In samenspraak met je arts kan je voor jezelf uitmaken wat de beste optie is.
Echter: de anticonceptiepil is niet bestemd om overgangsklachten op te vangen. De dosis oestrogenen is veel te hoog! Met de pil stel je de overgang trouwens niet uit: het proces gaat gewoon door.Maar omdat de pil de maandelijkse bloedingen kunstmatig in stand houdt, merk je minder goed wanneer je de menopauze hebt bereikt.
Wanneer stoppen met de pil in de overgang?
Sommige vrouwen denken dat ze niet langer vruchtbaar zijn, eens ze in de overgang komen. Niets is minder waar: zolang je menstrueert, ben je vruchtbaar. Of die menstruatie nu regelmatig is of niet. Om ongewenste zwangerschappen uit te sluiten, is het daarom noodzakelijk om toch een vorm van anticonceptie (zoals de pil) in de overgang te gebruiken als je seksueel actief bent.
Condooms of een spiraaltje zijn goede alternatieven. Zeker vanaf je vijftigste is het slim om over te schakelen op een ander anticonceptiemiddel dan de pil, vanwege het verhoogde risico op hart- en vaatziekten en borstkanker.
Er bestaat echter geen doorsnee advies omtrent de pil en de overgang. Al dan niet stoppen is een persoonlijke keuze die je best maakt in overleg met je arts.
