Seizoensgebonden eten, hoe doe je dat?
Heel simpel: je eet elk seizoen wat de natuur je te bieden heeft. Seizoensgebonden producten smaken beter omdat ze rijp geoogst worden. Zomers fruit dat je in de winter koopt, wordt doorgaans geïmporteerd uit warmere landen. Het heeft moeten inboeten aan smaak doordat het halfrijp geoogst wordt, en het is allesbehalve een duurzame keuze omdat het een lange, energieverslindende reis achter de rug heeft. Het is dus verstandiger om producten te kiezen die in het seizoen geoogst worden.
Enkele voorbeelden:
- aardbeien, tomaten, broccoli en boontjes eet je bij voorkeur in de lente en de zomer;
- pompoen, kool, witloof en appels zijn op hun best in de herfst en de winter.
Wil je graag lekkere seizoensgebonden recepten op tafel toveren, maar weet je niet waar te beginnen? Raadpleeg dan seasoning.be, een website die per seizoen de lekkerste groenten en fruit naar voren schuift.
Ecologisch eten, dat is kiezen voor lokale producten
Door te kiezen voor lokale producten, kies je voor verse producten. Koop bijvoorbeeld witloof dat bij jou in de buurt gekweekt wordt. Hoe lokaler het product, hoe minder transport er voor nodig is. Minder transport betekent minder CO2-uitstoot en dit is beter voor de natuur. Nog een goed idee is je groenten en fruit zelf kweken (let wel op een gezonde omgeving voor je groenten- en/of fruittuin). Dan eet je altijd seizoensgebonden én lokaal!
Minder vlees, minder belasting voor het milieu
De productie van vlees is een veel zwaardere belasting voor het milieu dan de productie van plantaardig voedsel. De miljoenen dieren die wereldwijd gekweekt, gevoed en tot slot geslacht worden, laten een grote ecologische voetafdruk achter. De vleesindustrie verbruikt enorm veel energie, water en grond. Logisch dus, dat minder vlees eten veel milieuvriendelijker is. Het is dus aan te raden om minstens een keer per week vegetarisch te eten.