De radijs of Raphanus sativus hoort bij de Brassicaceae familie (de kruisbloemigen). De soort die bij ons bekend is heeft een rozerode schil en wit vruchtvlees. Er bestaat ook een helemaal witte variant. Verwante soorten zijn de rammenas en de japanse radijs maar die is niet bolvormig en ook veel groter.
De radijs is een stengelknol die goed groeit op lichte tot middelzware, vruchtbare, tamelijk vochtige grond die goed doorlaatbaar is en houdt van veel zon. Het is een eenjarige plant. Radijsjes hebben wit vruchtvlees dat bitter smaakt en een rozerode schil. Ze kunnen van in het voorjaar tot in de zomer worden geoogst. Er bestaan ook grotere soorten in andere kleuren met een wortel die tot 50 cm lang kan worden (bvb rammenas met zwarte schil).
In Frankrijk is er ook een paarse variant. In Azië zijn nog een paar andere soorten bekend zoals een radijs met rood vruchtvlees en een groene radijs met lichtgroen tot wit vruchtvlees. Ze zijn heel gemakkelijk te kweken en kunnen geoogst worden vroeg in het voorjaar tot in de zomer.
Alle radijssoorten hebben een scherpe smaak. Dit komt door de mosterdolie die er in zit. Daardoor scherpt de radijs de eetlust aan en werkt het ook spijsverteringsbevorderend. Radijsjes worden meestal rauw gegeten maar kunnen ook gekookt worden. Ook het loof van radijzen kan gegeten worden.
A.Vogel gebruikt Raphanus sativus in Boldocynara forte.
Ontvang elke maand onze nieuwsbrief met handige tips voor een gezonde lifestyle
Ik schrijf me in >