Het fijn akkerscherm stamt oorspronkelijk uit de Nijldelta en werd reeds in het oude Egypte als therapeutisch middel gebruikt. Dat kan men lezen in het Papyrus van Ebers. In de toenmalige volksgeneeskunde werd dit kruid gebruikt tegen nieren- en blaasstenen, een probleem dat toen vaak voorkwam als gevolg van een bepaalde ziekte (Bilharziosis). Op oosterse markten worden de bloemenstengels nog steeds aangeboden als tandenstokers.
Dioscorides noemde de plant al Ammi visnaga. De naam komt van het Griekse 'ammos' dat 'zand' betekent en verwijst naar de standplaats van de plant. 'Visnaga' zou van het latijnse 'bis acutum' komen en dat betekent 'dubbel punt'. Andere latijnse namen zijn: Cuminum alexandrinum, C. aethiopicum en C. regium (nl Alexandrijnse, Ethiopische en koninklijke kummel). Khella is een Arabische naam die in het nabije Oosten en ook vaak in Europa voor de plant wordt gebruikt.
Lonicerus schreef dat Ammi heet en droog is en daarom voor 'koude gebreken' moest worden gebruikt. Ze moest worden aangewend voor buikgerommel, voor de baarmoeder en ter bevordering van de menstruatie. De zaden werden tegen onvruchtbaarheid, nierstenen en urinewegproblemen gebruikt. Deze werkingen werden door hedendaags onderzoek bevestigd.
Het een-tot tweejarige kruid krijgt in het voorjaar een lange, ronde, geribde stengel die 80 tot 120 cm hoog kan worden. De bladeren zijn ongeveer 20 cm lang, grauw-groen en gevederd. De stengel is aan de bovenkant licht gebogen. Bovenop de stengel staan de grote bloemenschermen die vaak tot 100 stralen hebben. Op elke straal kunnen weer verschillende bloemschermen staan met witte bloempjes. De stralen zijn stevig en dik en worden nestvormig samengetrokken. Deze stralen hebben een lekkere smaak en worden als tandenstokers gebruikt. De kleine, eivormige elliptische, gladde vruchten vallen in twee delen uiteen bij het drogen. Ze zijn 2 mm lang en grauwbruin van kleur. De bloeiende Ammi visnaga lijkt op de bloeiende Daucus (peen) maar het verschil ligt in de zaden: de zaden van de Ammi visnaga zijn glad. Een andere opvallende eigenschap is het sluiten van de bloemenschermen bij droogte en het opengaan als er genoeg vocht is. Bij de inheemse soort is dit echter net tegenovergesteld: open bij droog weer en gesloten bij vochtig weer. De bloeitijd is in juli.
Het fijn akkerscherm komt voor in het Middellands Zeegebied en wordt geteeld in Egypte, Marokko en Tunesië. Maar ondertussen zijn er ook grote plantages in Argentinië, Chili, Mexico, het zuiden van USA en in Rusland.
Men gebruikt de zaden van Ammi visnaga om er olie mee te maken. Er kan ook een tinctuur van gemaakt worden. De zaden worden dan kort voordat ze helemaal rijp zijn, geplukt, gedroogd en in alcohol gemacereerd. Deze oertinctuur wordt vervolgens op artisanale wijze gepotentieerd. Belangrijke inhoudsstoffen: Ammi visnaga bevat coumarines (vb khelline en visnagine), verder nog flavonoïden en etherische olie. Deze stoffen werken krampwerend op de gladde spiercellen, vooral van de luchtwegen maar ook van andere lichaamsstelsels zoals het spijsverterings- en urinewegstelsel. Het kruid werkt eveneens ondersteunend in herstelperiodes na problemen met het hart of de nieren.
In het A.Vogel gamma wordt Ammi visnaga gebruikt in onze Pollinosan-producten tegen problemen met pollen.
Ontvang elke maand onze nieuwsbrief met handige tips voor een gezonde lifestyle
Ik schrijf me in >